Een fascinerende en tot nu toe ongekende ondergrondse rechthoekige structuur werd recent ontdekt op een perceel in Heuvelland, toen we er in het kader van het project geofysische metingen uitvoerden. Een testopgraving gaf de nodige informatie om te weten dat het gaat om een Brits-Australisch barakkenkamp uit 1917-1918. In Ex Situ 15 staat een fotoreportage over het onderzoek.
Het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen ontsluiert de laatste restanten van Wereldoorlog I. In Ex Situ 12 staat een artikel over het project met als titel Van schop en truweel naar vliegtuig en laser. Landschapsarcheologie van de Groote Oorlog, dat beschrijft hoe we aan de hand van laserscanning sporen van de Eerste Wereldoorlog kunnen ontdekken.
Onderzoek van de Universiteit Gent wijst op een enorme hoeveelheid achtergelaten oorlogsmunitie in de voormalige frontstreek van de Eerste Wereldoorlog, zelfs 100 jaar na de oorlog. Dat schrijft HLN in De tikkende tijdbom onder de Westhoek.
Een korte uitleg van de doelen van het onderzoeksproject verscheen in de ‘Landschapskrant Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels’. Geofysische prospectie heeft geen impact op de ondergrond en er hoeven geen stalen ingezameld te worden, waardoor het onderzoek geen gevolgen heeft voor de eigenaars van de percelen. De gegevens worden enkel gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.
Er zitten nog heel wat resten van de Groote Oorlog onder de ploeglaag. Een artikel in de regionale krant belicht het onderzoeks van archeologen, geografen en bodemingenieurs van de Universiteit Gent in Ploegsteert (Comines-Warneton/Komen-Waasten), een WO 1 front zone. Verschillende terreinen in de gemeente werden gescand met een Electromagnetische Inductie sensor (EMI), op zoek naar het bewaarde WO 1 slagveld onder de ploeglaag.
Om de lokale landbouwers te informeren over het geplande geofysische onderzoek binnen het onderzoeksproject, publiceerde het tijdschrift ‘Boer&Tuinder’ een kort artikel over de doelen van het project. Geofysische prospectie heeft geen impact op de ondergrond en er hoeven geen stalen ingezameld te worden, waardoor het onderzoek geen gevolgen heeft voor de eigenaars van de percelen.
World War I is often considered a war of artillery, Stichelbaut says, “but, without aerial photography there would be no targets to fire at, there would be no maps indicating the positions of the enemy, commanders would simply have no idea what would be happening on the other side of the no-man’s-land separating opposing trench lines.”
A feature on the WIRED website Aerial Photography From WWI Shows the Massive Scale of Devastation explains the importance of aerial photography and the devastation of the was. “Aerial photography is often forgotten, yet it was perhaps one of the most deadly weapons of the war,” says co-author Birger Stichelbaut.
Rather than the personal perspective of bullets flying at bodies, these pictures show war’s toll on the landscape. In The Great War Seen From The Air, they’re accompanied by easy-to-read legends that point out strategic nuances that might be invisible to eyes unfamiliar with aerial imagery, and short paragraphs to explain each image’s significance to the broader conflict. Many of the photos have vellum paper overlays printed with bright icons to identify opposing front lines, barracks, artillery batteries, and supply lines.
The pictures are taken from too high an altitude to see the human drama below, but many of the pictures are taken over active combat. Even from a thousand feet in the air, it’s a crushing thing to see.
The article Belgians Share Their Land With War’s Reminders in the New York Times discusses the way Belgians have to live with the reminders of the War, including burried remains such as unexploded ordnance (UXO).
Een nieuwsitem op de regionale nieuwszender over niet-ontplofte munitie van de Eerste Wereldoorlog. Marc Van Meirvenne, bio-ingenieur en professor bodemwetenschappen aan de Universiteit Gent, zegt dat het hoog tijd is dat de overheid zijn verantwoordelijkheid opneemt en van start had met systematische detectie van oorlogsmunitie in de Vlaamse gronden. De reportage kwam er na aanleiding van een dodelijk ongeval in Ieper, waarbij twee arbeiders omkwamen. Ook werd in Passendale een grote munitievoorraad ontdekt in een weide, die door de ontmijningsdienst DOVO werd verwijderd.
De Universiteit Gent karteerde in opdracht van de Provincie Antwerpen 400 bunkers en 10 kilometer Duitse loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog. Ze zijn onderdeel van de Vesting Antwerpen en van een verdedigingslijn langs de Nederlandse grens, gebouwd in 1916-1917. Een unieke collectie van 53 Duitse luchtfoto’s uit januari 1918 bracht de restanten aan het licht. De resultaten werden gepubliceerd in Vergeten linies. Antwerpse bunkers en loopgraven door de lens van Leutnant Zimmermann (1918)